In de modus voor gedeeld gebruik zijn vergrendelingen beschikbaar totdat ze actief worden vergrendeld door een gebruiker. De gebruiker kan een niet-afgesloten locker kiezen en een zelfgekozen code invoeren (sloten met toetsenbord) of een RFID-referentie of mobiele ID tonen (sloten met RFID of mobiele ID). Het slot blijft vergrendeld totdat het wordt ontgrendeld met dezelfde code, RFID of mobiele ID-referentie. Wanneer het slot ontgrendeld is, wordt de code, RFID of Mobile ID-referentie niet meer opgeslagen en kan de locker door iemand anders worden gebruikt.
In de toegewezen gebruiksmodus is het slot geprogrammeerd om alleen toegang te verlenen tot een specifieke set codes, RFID- of mobiele ID-referenties. In deze modus werkt het slot alleen met de voorgeprogrammeerde referenties. Het slot vergrendelt automatisch wanneer het gesloten is, in tegenstelling tot de sloten in de modus voor gedeeld gebruik.